Brabants Landschap

Weidevogelwerk - nr. 36 - april 2020 (03/04/2020)

       april-2020


Veerkracht in barre tijden

Het jaar 2020 zal vanwege de coronacrisis voor altijd in ons geheugen gegrift staan. Zoveel mogelijk binnen blijven is de boodschap, maar hoe moet het dan met weidevogelbescherming? 

De een wil alles op alles zetten en voelt zich het beste door absoluut niet de deur uit te gaan: respect! De ander wil koste wat kost toch voorkomen dat de weidevogellegsels verloren gaan bij bewerkingen: respect! Voor veel beschermers is het een bijna onmogelijke keuze...

Terwijl het Brabants Dagblad kopt 'Gitzwart Jaar voor Weidevogels' is ondertussen op de percelen toch al een behoorlijk aantal fanatieke vrijwilligers actief met nestbescherming bezig. Zij hebben snel een oplossing gevonden om op een verantwoorde manier met hun beschermingswerk te kunnen beginnen. 

Wil jij ook zo min mogelijk contact met anderen en toch je beschermingswerk doen, lees dan onderstaand artikel,  waarin we beschrijven hoe je het zelfstandig aan kan pakken. Het is anders, maar zeker de moeite van het proberen waard. 

Hartverwarmend waren al die reacties op het krantenartikel, van mensen die de weidevogels willen helpen, en waarvan enkelen misschien wel de gelederen komen versterken de komende tijd. 

Veiligheid voor alles! Ga je toch met z'n tweeën op pad, let dan op de risicovolle momenten, waarop er meer risico is om toch met elkaar in contact te komen: bij het overdragen van mandjes en/of stokken, als er iets bijzonders wordt gevonden waar je beiden naar wil kijken, of als je een vraag hebt over mobiel invoeren bijvoorbeeld. Wees daar alert op en houd steeds minimaal die 1,5 meter afstand. 

We wensen iedereen succes, waar nodig sterkte, maar vooral: blijf gezond! 

 

 

Veerkracht in barre tijden
 
Eerste eieren
 
Weidevogelbescherming in je uppie: hoe pak je dat aan?
 
Aangepaste werkwijze in verband met corona: tips uit het veld
 
Provinciale jaaravond: 25 jaar weide- en akkervogelbescherming
 
Attentie: legselgegevens graag invoeren voor 1 juli 2020
 
Tel mee in het jaar van de Wilde Eend
 
Hoe hoog vliegt een wulp
 
Maatwerkregelingen en vossenrasters: extra hulp voor weidevogels, juist nu!
 
Petitie: grutto heeft hulp nodig!
 
Beleef de Lente postzegels nu te koop
 




Eerste eieren

Op 2 maart werd het eerste kievitsei in Nederland  gevonden in het Gelderse Bruchem, net over de provinciegrens. 

In Brabant maakten de meeste vrijwilligers toen nog niet zo heel veel werk van het vinden van het eerste ei. En met een goede reden. De meeste percelen waren begin maart nog erg nat en konden zeker nog niet bewerkt worden. Reden voor de weidevogelbeschermers om de vogels niet onnodig te gaan verstoren. Maar toen de percelen enigszins aan het opdrogen waren ging het natuurlijk kriebelen. Piet van Hal (foto rechts boven) van Weidevogelgroep Schijndel e.o. had de eer om het eerste ei van Brabant te vinden. Dat gebeurde op 10 maart in de Rooise Heide in Schijndel, op een perceel waar vorig jaar ten minste 10 legsels uit kwamen binnen een vossenraster. 

Het eerste scholeksterlegsel van Nederland was dit jaar verreweg het vroegste ooit gevonden, op 15 maart in Noord-Holland. Scholeksters beginnen doorgaans op zijn vroegst eind maart en meestal in april met broeden. Ter vergelijking: vorig jaar werd het eerste scholeksterei in Brabant pas op 24 april gevonden bij weidevogelgroep Altenatuur. Dit jaar was het Jan Honcoop van dezelfde groep die op 27 maart het eerste scholekster legsel van Brabant vond: een legsel met 3 eieren. (foto rechts onder)

Het eerste gruttolegsel van onze provincie laat nog op zich wachten. Landelijk was deze soort er zeer vroeg bij: al op 17 maart werd het eerste legsel van 2020 gevonden in Zuid-Holland. Inmiddels zijn al in 4 provincies gruttolegsels geregistreerd. 

Ook van de Brabantse wulpen zijn nog geen legsels gevonden. In Overijssel werd al een wulpenlegsel gevonden op 20 maart en ook in Friesland en Gelderland zijn inmiddels wulpenlegsels gevonden. 

De eerste landelijke melding van een tureluurlegsel wordt elk moment verwacht, want vorig jaar werd dat op 30 maart ontdekt.

 

Weidevogelbescherming in je uppie: hoe pak je dat aan?

Contacten met anderen moeten vanwege de coronacrisis zoveel mogelijk worden beperkt. Maar elke weidevogelbeschermer wil natuurlijk dat er zo min mogelijk weidevogellegsels verloren gaan. Een oplossing kan zijn om het dit seizoen alleen aan te pakken. Voor veel mensen zal dat lastig en onwennig zijn, en het is misschien ook minder gezellig, maar het biedt zeker voordelen! 

We geven een paar richtlijnen.

-Verdeel zo nodig het zoekgebied van je zoekgroep in een aantal percelen per vrijwilliger. Dit om te voorkomen dat sommige percelen vaker bezocht worden dan nodig en wenselijk is.

-Ga zoveel mogelijk met de auto op pad. Dat voelt misschien een beetje tegenstrijdig, maar een auto kan heel goed dienen als schuilhut. Zo lang je in de auto zit verstoor je niks. De vogels blijven gewoon hun eigen gang gaan, en juist uit het gedrag wat ze vertonen als ze niet gestoord worden kun je heel veel leren. Hoe langer je blijft kijken, hoe mooier en interessanter het vaak wordt. De kunst is om voldoende geduld te hebben. In eerste instantie denk je misschien dat er helemaal niks bijzonders gebeurt, maar dat duurt meestal niet lang. Blijf kijken en er gaat een wereld voor je open!

-Pak eventueel de ‘veldgids weidevogelbescherming’ erbij (foto hieronder) en kijk of je het gedrag wat daarin per soort is weergegeven kunt ontdekken in het veld. We beperken ons nu -aan het begin van het seizoen- even tot de kievit, die als eerste begint en vaak de meeste bewerkingen te verduren krijgt.

-In deze tijd wordt er al volop gebroed, en dus staan de kievitmannen te waken over hun vrouw op het nest. Deze mannetjes vallen vaak het eerste op. Het broedende vrouwtje zit dan niet ver weg. Maar ook weer niet vlak er naast, want dan zou ze meteen door haar man verraden zijn.

-Wanneer je een wakend kievitmannetje denkt te zien kan (nog steeds vanuit de auto!) het zoeken naar een vrouwtje op het nest beginnen. Kijk op een maïsstoppelveld in eerste instantie recht op de maïsrijen. Maar bekijk elk stukje perceel ook even vanuit een schuine hoek. Vaak is van zo’n weggedoken wijfje alleen het kopje zichtbaar en dat kan net achter een verhoginkje in het veld zitten.

-Heb je een wijfje op het nest in het vizier, ga er dan nog niet op af, maar plaats een stok in de berm, recht voor de nestlocatie. Probeer dat vanuit de auto te doen, maar zorg er als je toch uitstapt in elk geval voor dat je niet opvalt. Of liever nog: plaats de stokken pas als je het hele perceel gezien hebt. Er kunnen nog meer vogels zitten te broeden en als die opvliegen is niet meer te zien waar de nestplaats is. 

-Herhaal deze actie voor elk stukje perceel, net zo lang tot je ten minste evenveel broedende vrouwtjes gevonden hebt als er wakende mannetjes staan. 

- Ga nu eerst de overige percelen op dezelfde manier na, vóór je de akkers op gaat. Pas als je alle percelen die je voor vandaag wilde bekijken hebt gehad loop je bij elke stok in een rechte lijn naar achteren om zo de legsels te vinden, er de markeerstokken bij te zetten en het nest in te voeren in de Boerenlandvogelmonitor. Mocht je heel enthousiast worden over deze methode en ook andere percelen gaan bekijken, bedenk dan dat weidevogelbescherming alleen nut heeft met voorafgaande toestemming van de boer.

-Vergeet ook niet aan de boer door te geven dat er legsels op zijn percelen liggen. Je kunt vanuit de Boerenlandvogelmonitor een kaartje downloaden en naar de boer sturen, zodat hij precies weet waar op het perceel de legsels liggen.

Deze werkwijze is, als je er een beetje bedreven in wordt, bewezen effectiever dan het in groepsverband lopend afzoeken van akkers. Een bijkomend voordeel is dat je de vogels in je zoekgebied veel beter leert kennen en dat maakt het beschermingswerk nóg leuker, nu en in de toekomst! In een tijd waarin we beter alleen op pad kunnen gaan is het op deze manier toch mogelijk de weidevogels te beschermen. 

En oh ja: vergeet niet een thermoskannetje koffie en iets lekkers voor jezelf mee te nemen. Dat maakt het allemaal nog aantrekkelijker!  

Aangepaste werkwijze in verband met corona: tips uit het veld

Nu veel weidevogelbeschermers alleen op pad zijn, moeten sommige zaken anders georganiseerd worden. Zo weet bij veel zoekgroepjes lang niet iedereen wie de eigenaren of grondgebruikers van de percelen zijn. Clemens Theunisse van Weidevogelgroep Lith heeft daar iets op gevonden: hij maakte kleine bordjes met de namen van de bedrijven die de grond bewerken. Die staan nu voor de percelen, met de tekst naar de achterkant. Zijn medevrijwilligers weten nu bij welk bedrijf ze eventuele gevonden legsels in moeten voeren. 

Andere groepen hebben weer een andere methode. Zo worden in Rooi alle gevonden legsels doorgegeven aan de coördinatoren van de groep, die ze vervolgens invoeren. En diverse groepen houden continu contact per whatsapp of telefoon. Benodigde materialen zoals stokken en mandjes worden bij elkaar aan de deur gezet zodat er geen onnodig contact is. Zo vinden langzamerhand veel vrijwilligers hun weg en zijn er inmiddels al bijna zevenhonderd legsels ingevoerd in de Boerenlandvogelmonitor! 

 

Provinciale jaaravond: 25 jaar weide- en akkervogelbescherming

Op 19 februari vierden we met elkaar op de provinciale jaaravond de start van het vijfentwintigste weidevogelseizoen. Bijna 350 vrijwilligers, boeren en andere betrokkenen waren aanwezig. Op de website van Brabants Landschap is een uitgereid verslag van de Jaaravond te lezen. Hier volgt een samenvatting: 

Jan Baan (directeur Brabants Landschap) opende de avond met twee jubilea. Het Coördinatiepunt Landschapsbeheer bij Brabants Landschap bestaat 40 jaar en de weidevogelbescherming alweer 25 jaar. Jochem Sloothaak en Annette den Hollander (Coordinatiepunt Landschapsbeheer) blikten terug op de hoogtepunten van 2019. De nieuwe projectfilm van Interreg-project PARTRIDGE werd vertoond. Deze film is ook (thuis) te bekijken op https://youtu.be/YWkvHLq_G7w.
Erik Kleyheeg (SOVON) gaf een interessante lezing over de mysterieuze afname van de wilde eend. Marco Renes (Coordinatiepunt Landschapsbeheer) en Ton Hannink (vrijwillige drone piloot) hielden vervolgens een lezing over de ervaringen met de Weidevogeldrone. Er wordt nu 3 jaar mee gevlogen en er is een hoop mis gegaan, maar ook een hoop goed. 

Voorzitter Joseph Vos van Brabants Landschap reikte de oorkonde voor het ‘Initiatief van het Jaar’ uit aan Noud Janssen van de Werkgroep Weidevogelbescherming Zuid-Oost Brabant. Noud zet zich al 14 jaar als beschermer in voor zowel weide- en akkervogels als uilen en erfvogels. Jaarlijks investeert hij hier minstens 750 uur in. Afgelopen jaar kwam daar nog zo’n 200 uur extra bij voor het project in het Molenbroek bij Vessem. Hier werd 11 ha opnieuw ingericht voor weidevogels met o.a. een plasdras en een stroomraster tegen predatoren. Het project is een samenwerking tussen Werkgroep Weidevogelbescherming Zuid-Oost Brabant, Landcoöperatie de Kleine Beerze, Waterschap Aa en Maas en Brabants Landschap.

 

Attentie: legselgegevens graag invoeren voor 1 juli 2020

In Brabant voert het overgrote deel van de weidevogelgroepen de gevonden legsels meteen in het veld in, met behulp van hun mobiele telefoon. Daarin lopen we voorop in Nederland. Nergens wordt al zoveel gebruik gemaakt van de mobiele website als bij ons en daar zijn we trots op. 

Er zitten veel voordelen aan het invoeren van legsels in het veld. Het is veel gemakkelijker dan alles buiten opschrijven. Dan moet je later op de computer alle legsels ook nog eens overnemen. Dat werk kun je je besparen door mobiel in te voeren. De legsels staan bovendien meteen op de goede plaats in de Boerenlandvogelmonitor, zodat je de boeren kunt laten zien waar ze op moeten letten.

Een groot voordeel voor ons als weidevogelteam is dat wij veel eerder kunnen beginnen met het uitwerken van de gegevens omdat alles meteen compleet in het systeem staat. Daardoor zal er veel minder 'jaarverslag-stress' zijn en hebben we meer tijd om een en ander te verwerken. 

We vragen alle groepen, ook die waar (nog) niet mobiel wordt ingevoerd, om vóór 1 juli de gegevens compleet te maken zodat we ermee aan de slag kunnen. 

Noteert jouw groep de legselgegevens nog in de bekende witte boekjes en voert één persoon ze daarna allemaal in op de computer? Dat is echt veel meer werk voor jullie dan nodig is. Neem contact op met Annette den Hollander op kantoor bij Brabants Landschap. Dan proberen wij als weidevogelteam zo snel mogelijk uitleg te geven over het mobiel invoeren van de legsels. Het is niet zo moeilijk als het voor sommige mensen misschien lijkt! 

Vanwege de beperkingen in verband met het coronavirus is het wat lastiger om het uit te leggen, maar we kunnen een begin maken via te telefoon en met een handleiding. 

Op de afbeelding hiernaast zie je op het invulscherm hoe gemakkelijk het is. Daaronder de legsels die op 1 april (geen grap) al met mobieltjes waren ingevoerd in de Boerenlandvogelmonitor. Mooi toch? Doe mee!

 

Tel mee in het jaar van de Wilde Eend

Dit jaar is uitgeroepen door Vogelbescherming en SOVON tot het ‘Jaar van de Wilde Eend’. Onze bekendste watervogel gaat al jaren in aantal achteruit. Sinds 1990 is al ongeveer dertig procent van onze broedpopulatie verdwenen. Waar dat door komt, is niet goed bekend. Die donzige kuikentjes zouden wel eens het antwoord kunnen geven. Er is namelijk weinig bekend over de overleving van kuikens. Overleven er wel genoeg om de populatie in stand te kunnen houden? Om een beter beeld te krijgen, wordt een oproep gedaan aan de weidevogelvrijwilligers om mee te helpen met tellingen.

Om erachter te komen of de kuikenoverleving inderdaad beperkend is voor de populatie van de Wilde Eend, kan je kuikens tellen en de aantallen invoeren op de vernieuwde web-app https://kuikenteller.org/. Als er nesten worden gevonden zet ze dan in de Boerenlandvogelmonitor (inlog.weidevogelbescherming.nl).

Meer informatie over het Jaar van de Wilde Eend is te vinden op www.jaarvandewildeend.nl.

 

Hoe hoog vliegt een wulp

Dat Nederland voor een energietransitie staat zal niemand zijn ontgaan. Er moet worden overgeschakeld van fossiele brandstoffen naar schone energie. Veel weidevogelgroepen zullen te maken krijgen met plannen voor zonnevelden en/of windmolens. Zo ook in de Beerse Overlaet. Daar zijn initiatieven voor een groot windmolenpark. 

Er wordt daar onderzoek gedaan naar de effecten voor weidevogels. Zo wil men onder andere graag weten hoe vogels zich door het gebied begeven en hoe hoog ze vliegen. De initiatiefnemers van het windmolenpark maken daarvoor gebruik van een zogeheten ROBIN radarstysteem. Dit zeer geavanceerde radarsysteem brengt alle vliegbewegingen van vogels in kaart -met gegevens als snelheid en hoogte- in een straal van meer dan een kilometer.

Het systeem is na verloop van tijd zelfs in staat om soorten te herkennen en ook wordt er gekeken of het mogelijk is om vliegende vleermuizen in beeld te brengen.

Op deze manier wordt naar antwoorden gezocht op vragen als: op wat voor hoogte komen de vogels het gebied binnen als ze terug komen van hun overwinteringsgebieden, en hoe hoog vliegt een grutto, wulp of kievit tijdens de balts?

Die antwoorden zijn nodig bij het bepalen van de hoeveelheid windmolens die geplaatst kan worden, in wat voor opstelling ze het best kunnen staan en hoe hoog ze minimaal moeten zijn om de schade aan weidevogelpopulatie zo veel mogelijk te beperken. 

ROBIN radar geldt als een van de meest geavanceerde radarsystemen en is een Nederlandse uitvinding. Het systeem wordt onder andere ook gebruikt op luchthavens om vogel-aanvaringen te voorkomen en bij defensie en staatsbezoeken voor het detecteren van drones.

 

Maatwerkregelingen en vossenrasters: extra hulp voor weidevogels, juist nu!

Veel weidevogelbeschermers hebben een manier gevonden om ondanks de 'coronabeperkingen' toch legsels op te kunnen sporen en beschermen. Maar hoe dan ook zal het een moeilijk jaar worden voor de weidevogels. Dat maakt het extra belangrijk om bij elk perceel waarop je legsels hebt gevonden (ook alleen vanaf de kant!) even heel goed na te gaan of er misschien maatregelen kunnen worden toegepast die het broedsucces kunnen verhogen. 

We zetten ze nog even op een rij: 

Kansen voor de Kievit, de naam zegt het al, is speciaal voor kieviten die op bouwland broeden. Kort gezegd komt het er op neer dat de boer een braakrand van 6 tot 12 meter langs het broedperceel laat staan. Daarvoor wordt de inkomstenderving vergoed. Daarnaast kunnen de bewerkingen tegen betaling worden uitgesteld tot 15 mei. Kieviten kunnen dan in alle rust hun nesten uitbroeden en de jongen zijn in de eerste weken ook veilig op zo'n perceel. Wanneer je vanaf de kant hebt gezien dat er minimaal 5 kieviten op een akker zitten te broeden kun je met de boer afspraken maken. Je hoeft de legsels dan niet op te sporen als dat niet kan. Een groot voordeel nu we niet met groepen de akkers kunnen afzoeken! Voor de overeenkomst klik je hier. Hierin staan ook de actuele vergoedingen. 

Regeling Rustzones is er speciaal voor kritische soorten in lang gras: grutto, wulp of tureluur. Wanneer je een broedgeval van een van deze soorten hebt gesignaleerd kun je de boer vragen tegen betaling rond het legsel 0,1 tot 1 hectare gras te laren staan. Wanneer je zeker bent dat er gebroed wordt hoef je het legsel niet 'tot op het ei' op te sporen. Dat geeft onnodige verstoring. Zodra je voldoende zekerheid hebt om te zorgen dat het legsel in de toekomstige rustzone valt mag je de afspraak maken! Hier vind je de overeenkomst met daarin de actuele vergoedingen. 

Verder kun je met het project Wei vosvrij een (deel van een) broedperceel uitrasteren om grondpredatoren geen kans te geven de legsels te verorberen. De boer krijgt geen vergoeding voor het laten plaatsen van een raster op zijn perceel, maar als er sprake is van extra werkzaamheden en/of inkomstenderving zijn er vergoedingen mogelijk.

In een gebied met predatierisico biedt een combinatie van een raster met een van de maatwerkregelingen de vogels de meeste kans.

 

Petitie: grutto heeft hulp nodig!

Waarschijnlijk heeft bijna iedereen er al over gelezen: een nieuw vliegveld bij Lissabon bedreigt de grutto, onze nationale vogel. De Portugese Vogelbescherming (SPEA) verzet zich daartegen. Vogelbescherming Nederland steunt hen daarbij. Er staat een petitie online waarmee iedereen de Portugese overheid kan oproepen af te zien van dit onzalige plan. 

Het grootste probleem voor de grutto in Nederland ligt in de broedgebieden. Maar om die te kunnen bereiken moeten ze wel de trek van en naar het zuiden kunnen overleven! 

Daarom vragen we iedereen die dat nog niet heeft gedaan: teken alsjeblieft de petitie van Vogelbescherming Nederland. 

 

Beleef de Lente postzegels nu te koop

PostNL heeft in de serie ‘Beleef de natuur’ een nieuw postzegelvel uitgebracht, met op 10 postzegels 10 verschillende vogels van het boerenland. Het zijn prachtige zegels met onder andere grutto, wulp, patrijs en steenuil. 

Resi Becker, directeur Mail NL van PostNL hierover: "Boerenlandvogels leven in de buurt van erven, schuren, sloten, akkers en weilanden. Door veranderingen in het landschap staat de natuurlijke leefomgeving van de boerenlandvogels steeds meer onder druk. Het gevolg daarvan voor de boerenlandvogels is ingrijpend. In een halve eeuw tijd is 60% van deze vogels in ons land verdwenen. Nederland telt op dit moment nog zo’n 70 soorten boerenlandvogels. We moeten hier zorgvuldig mee omgaan. Daarom steunt PostNL met de uitgifte van deze postzegels de inspanningen van Vogelbescherming Nederland om alle wilde vogels en hun leefgebieden zo goed mogelijk te beschermen.” 

De postzegels zijn verkrijgbaar bij alle verkooppunten van PostNL, het postkantoor in de Bruna-winkels en via de website. 

Prachtig, ook om de kaarten die in deze moeilijke tijd toch meer verstuurd worden mee op te vrolijken.

KLIK HIER OM U AAN TE MELDEN OF KLIK HIER OM U AF TE MELDEN VOOR DEZE NIEUWSBRIEF
U KUNT DEZE NIEUWSBRIEF OOK ONLINE LEZEN INDIEN DEZE NIET GOED WORDT WEERGEGEVEN

Deze nieuwsbrief is mede tot stand gekomen dankzij:   Nationale Postcode Loterij     Provincie Noord Brabant