Brabants Landschap

Weidevogelwerk - nr. 21 - Februari 2016 (04/02/2016)

       Februari 2016


Regelingen-special!

Zoals beloofd in ons vorige ‘Weidevogelwerk’ deze keer een special: ‘Regelingen voor Weidevogels’, provinciale maatregelen die weidevogels helpen hun kuikens vliegvlug te krijgen. Dit als vervolg op de enquêtes en workshops m.b.t. deze regelingen die in de afgelopen maanden zijn gehouden, en met aandacht voor een aantal zaken die daaruit voortgekomen zijn. Voor de kritische soorten grutto, wulp en tureluur die in gras broeden is er sinds 8 jaar de regeling ‘Rustzones’. Voor kieviten en scholeksters op bouwland werken we nu 4 jaar met de regeling ‘Kansen voor de Kievit’. Vrijwilligers sluiten voor beide regelingen zelf de overeenkomsten af met hún boeren op de locaties waar dat effectief is.

Voor de deelnemers aan de workshops is het goed om alles nog eens terug te kunnen lezen en te zien wat er zoal gedaan wordt met alle inbreng. Maar ook wie niet heeft deelgenomen vragen we zeker de informatie goed door te nemen; het kan van pas komen bij het afsluiten van een overeenkomst voor een rustzone of maatregelen voor kieviten op bouwland. Mocht je dat nooit hebben gedaan dan kunnen de bruikbare tips en ideeën er misschien voor zorgen dat dat komend seizoen wel gaat gebeuren!  

Wil je direct door naar een van de onderwerpen, klik in de inhoudsopgave rechts van dit bericht op de titel van het artikel!

 

Regelingen-special!
 
Informatie over de regelingen
 
Enquetes
 
Workshops Heeswijk, Netersel en Made
 
Predatie
 
Kieviten op bouwland
 
Regeling Rustzones
 
Maatregelen en de gecombineerde opgave
 
Weidevogelvriendelijke bedrijfsvoering
 
Communicatie boer - vrijwilliger
 
Goed om te weten...
 
Aandachtspunten Brabants Landschap
 




Informatie over de regelingen

Wat houden de regelingen voor weidevogels nu precies in?

De regeling 'Rustzones' is er om kritische soorten die in gras broeden (grutto, wulp en tureluur) te helpen hun jongen groot te krijgen. Wanneer een broedgeval van een van deze soorten wordt geconstateerd, kan de vrijwilliger met de grondgebruiker een overeenkomst sluiten over de aanleg van een rustzone: een stuk gras van 0,1 tot 1 hectare wat tegen een vergoeding blijft staan rond een nest, zolang als er eieren of jongen in zitten. Het legsel kan rustig worden uitgebroed en later vinden de kuikens in de rustzone voedsel en dekking.

Meer informatie over deze regeling, de overeenkomst, de voorwaarden en vergoedingen vind je onder deze link:
www.brabantslandschap.nl/regelingrustzone

De regeling ‘Kansen voor de Kievit’ is bedoeld om kieviten te helpen hun nesten rustig uit te broeden door de bewerkingen uit te stellen tot 15 mei. Dit in combinatie met de aanleg van een braakstrook waar jongen voldoende voedsel en dekking vinden. Wanneer de groenbemester op de akker zo hoog staat dat het de vestiging van kieviten bemoeilijkt wordt de boer gevraagd deze al vroeg onder te werken. Dit alles tegen een passende vergoeding. Alleen de bewerkingen uitstellen mag niet, alleen een braakstrook aanleggen wel. Maar de combinatie werkt verreweg het best.

Meer informatie, zoals een folder en de overeenkomst met de voorwaarden en vergoedingen, vind je hier:
www.brabantslandschap.nl/regelingkievit

De informatie over beide regelingen kan ook altijd gevonden op de website van Brabants Landschap.

Uitgebreidere informatie, die is voortgekomen uit de workshops is te vinden in onderstaande artikelen.

 

Enquetes

Om de inhoud van de geplande workshops zoveel mogelijk af te stemmen op de (toekomstige) deelnemers gingen aan de workshop twee enquêtes vooraf: één voor agrariërs en één voor vrijwilligers. Deze werden door 99 vrijwilligers en 43 agrariërs ingevuld. Er werden, naast de antwoorden op de 10 meerkeuzevragen maar liefst 122 aanvullende opmerkingen gemaakt. Dit toont de grote betrokkenheid van zowel boeren als vrijwilligers.

Tevredenheid en vertrouwen. Over het algemeen waren inzenders van beide enquêtes tevreden over de duidelijkheid van de overeenkomst, vaak ook door er als boer en vrijwilliger samen naar te kijken. Ook de samenwerking tussen boeren en vrijwilligers was (bijna) overal goed tot zeer goed. Een aantal agrariërs gaf aan het lezen van de overeenkomst helemaal aan de vrijwilliger over te laten. Hieruit blijkt een groot vertrouwen. Van de vrijwilligers (38%) die nooit hebben deelgenomen aan een regeling gaf ruim 30% aan dat de oorzaak was dat ze er niet voldoende vanaf weten. Met de workshop en deze nieuwsbrief is dat hopelijk opgelost. Geen enkele vrijwilliger vinkte aan niet mee te willen doen omdat het teveel werk is.

Laten we die dieren een kans geven! Van de agrariërs gaf 58% aan dat de regelingen prima zijn, 42% gaf een of meer verbeterpunten aan. De vergoedingen vond 24% van de agrariërs kostendekkend, 58% niet helemaal kostendekkend en 18% veel te laag. Een agrariër antwoordde op de vraag of de vergoeding voldoende is: "Maakt me niet veel uit, laten we die dieren een kans geven". Hier sluiten we ons natuurlijk helemaal bij aan!

Het broedproces op de percelen met maatregelen verliep in de meeste gevallen (ongeveer) zoals verwacht, gaven de vrijwilligers aan. Zoals gezegd: bij alle vragen werden veel opmerkingen geplaatst. Hiervan is een groot deel verwerkt in de workshop en een aantal worden gebruikt voor intern overleg.

Workshops Heeswijk, Netersel en Made

De eerste workshop was in de Looz Corswarem Hoeve op het terrein van Kasteel Heeswijk. Hier waren maar liefst 24 vrijwilligers en 10 agrariërs aanwezig. Na de koffie en koek werd een toelichting gegeven op de regelingen en de resultaten die in de afgelopen jaren behaald zijn. In de pauze konden deelnemers hun vragen noteren op sheets, waarna deze in het tweede deel van de workshop met de zaal werden doorgenomen.

Kampeerboerderij de Tureluur in Netersel was de locatie voor de tweede workshop, waar 19 vrijwilligers en 9 agrariërs aan deelnamen. De avond had dezelfde opzet als in Heeswijk.

In Made was het passen en meten, maar er pasten toch 24 vrijwilligers met 6 agrariërs in het zaaltje. 

In deze drie workshops konden deelnemers van en met elkaar leren door de aandachtspunten die tijdens de avond boven kwamen borrelen te bespreken. Zo werd er binnen de grenzen van elkaars (on)mogelijkheden samen nagedacht over kansen voor weidevogels!

In onderstaande artikelen worden een aantal besproken onderwerpen uitgelicht.

 

Predatie

Predatie is altijd een lastig onderwerp voor weidevogelbeschermers. Predatoren horen erbij, maar waar ligt de grens? Ook tijdens de workshops kwam het ter sprake. Boer: "Wij vinden een grutto ook een mooi beest, willen er alles voor doen. Maar vanwege de predatie vragen we ons af of we wel goed bezig zijn. Het is vanwege de hoge inspanning erg frustrerend. Moeten we jagers eraan laten werken?"
Er zijn wel mogelijkheden om vergunningen te krijgen voor predatiebestrijding, maar ingrijpen is complex, er spelen veel zaken mee. Bij overmatige predatie door kraaien zou je zoveel mogelijk bomen moeten weghalen in je gebied. Maar er is meestal sprake van meer soorten predatoren. Een beschermingsgroep heeft wel eens camera’s bij nesten geplaatst. Predatoren waren vooral andere soorten dan vos. “De vos krijgt vaak de schuld, maar hij hoort ook thuis in het gebied, net zoals wezel, egel, etc., die wil je toch ook niet opruimen?”, werd gereageerd vanuit de zaal.

Van de legsels in rustzones komt meer dan 80% uit, 13% niet uit, waarvan 6,5% als gevolg van predatie. Dit lijkt veel, maar is volkomen natuurlijk.

Mocht er toch overwogen worden vossen te laten bejagen, dan zou dat in januari/februari moeten gebeuren. Alleen in dat geval blijft het territorium vrij tot na het broedseizoen. Bij bejaging in andere maanden wordt het gat wat achterblijft vrij snel opgevuld door vossen van elders.
Met kraaien is het net zo. Een (tijdelijk) leeg territorium kan later zorgen voor juist meer predatoren.

Sommige predatoren, zoals ooievaars en roofvogels eten geen eieren maar wel jongen. Daarom is dekking extra belangrijk.

Kieviten op bouwland

Veel vrijwilligers bezochten de workshops omdat ze niet precies weten hoe ze de regelingen toe moeten passen. Alle begin is moeilijk en een twijfelgeval kan leiden tot 'toch maar niet meedoen'. Daarom werden tijdens de workshops enkele mogelijkheden besproken.

Op een akker van een boer die misschien wel mee wil doen broeden elk jaar 3 of 4 broedparen kieviten. Bij zijn buurman liggen ook altijd een paar nesten. Mag één van de boeren meedoen aan ‘Kansen voor de kievit’? Antwoord: Ja, hier wordt aan de voorwaarde (minimaal 5 broedparen) voldaan. Let op: De kuikens van het buurperceel moeten de braakrand wèl kunnen bereiken!

In het midden van een akker zit een natte plek waar de maïs slecht groeit. Er broeden voldoende kieviten op het perceel. De boer wil graag de braakrand over de natte plek leggen. Mag dat? Antw.: ja. In de meeste gevallen is het gemakkelijker voor de boer als de rand aan de zijkant ligt, maar op een andere plek mag wel.

De kieviten broeden op een aardappel- of bietenakker. Mag de boer meedoen? Antw.: ja, dat mag. Maar de vergoeding is gebaseerd op de maïsprijs. Een braakstrook is ook hier heel nuttig.

Een boer wil meedoen aan uitgesteld bewerken op een maïsakker. Er naast ligt een extensief beheerd grasperceel waar de kuikens altijd heen trekken. Antw.: In overleg met Brabants Landschap kunnen de bewerkingen mogelijk uitgesteld worden zonder aanleg van een braakrand.

Er broeden een hoop kieviten bij elkaar in het midden van het perceel. Mag je daar een “braakblok” aanleggen in plaats van een rand langs het perceel? Dan liggen de legsels nog veiliger! Antw.: Ja, zo lang je maar voldoet aan de minimum- en maximum maten die voor de braakrand gelden. Eeen strook is echter wel het meest effectief.

Moet een braakstrook perse om het hele perceel of mag het ook aan één kant? Antw.: Mag ook aan één kant. Soms zelfs maar een deel van de lengte als dat beter uitkomt.

Mag een braakrand voor de helft op het perceel van de buurman leggen, als hij dat wil, dus elk 3 meter? Antw.: Ja dat mag. Eén van de 2 sluit de overeenkomst af en ze delen de vergoeding.

Een braakrand mag uiteraard niet gespoten worden tegen insecten of onkruid.

Het moge duidelijk zijn: er kan meer dan misschien in eerste instantie lijkt! Mocht je toch nog twijfelen over een situatie, laat de kans dan niet lopen maar neem contact op met de veldmedewerker in jouw regio.

Ten slotte: "voor sommige boeren is het aanleggen van een braakrand economische gezien interessanter dan maïs zaaien", aldus één van de boeren tijdens de workshop. Dus schroom niet om de boeren te benaderen!  

Regeling Rustzones

De regeling rustzones bestaat al wat langer, en dat zorgde voor een ander soort vragen en opmerkingen.

Om een rustzone af te kunnen sluiten hoef je het nest niet op te sporen. Wanneer je aan het gedrag van de ouders ziet dat er een broedgeval is, leg je de rustzone zo dat de legsellocatie er in elk geval in valt. Door het nest op te sporen vergroot je de kans op predatie met 10% per bezoek.

Het vergt maatwerk om tot de ideale oppervlakte van een rustzone te komen. Voor de boer moet het zo werkbaar mogelijk zijn. De vorm van het perceel en de ligging van de rustzone hebben hier invloed op. Eigenlijk is het voor de boer arbeidstechnisch het makkelijkst om een heel perceel niet te maaien ipv een stukje wel en een stukje niet. Maar vanuit de regeling is 1 hectare per legsel het maximum.

Om een legsel uit te laten komen hoeft een rustzone niet zo groot te zijn, maar voor het voedselaanbod en de overleving van de jongen is minimaal 0,5 hectare per weidevogelgezin nodig. Het gras moet dan wel toegankelijk zijn voor de kuikens, dus niet te dicht. Als het gras al bij het afsluiten van de overeenkomst erg dicht is mag de rustzone dus wat kleiner zijn, want dan trekken ze er toch vrij snel uit.

Een rustzone is in principe voor de soorten grutto, wulp en tureluur, maar mag in overleg met Brabants Landschap ook worden afgesloten voor andere kritische soorten, zoals bijvoorbeeld slobeend of zomertaling.

Wanneer de gruttokuikens in je gebied steeds vertrekken naar die ene boer die niet mee wil doen aan regelingen, kun je de 'buurboer' vragen om te proberen ze te lokken door het opbrengen van ruwe stalmest in de winter of het vroege voorjaar.

Als een boer te vroeg maait, krijgt hij geen vergoeding. De minimale rustperiode is 4 weken. Hiervan mag alleen worden afgeweken in overleg met de betrokken vrijwilliger.

Wanneer een legsel in een rustzone is gepredeerd krijgt de boer toch zijn vergoeding, want hij heeft aan zijn verplichting voldaan.

Maatregelen en de gecombineerde opgave

In de enquête en de workshop, maar ook ‘in het veld’ werd nogal eens opgemerkt dat boeren niet mee willen of durven doen met ‘Kansen voor de kievit’ omdat ze bang zijn voor controles en eventuele boetes van RVO. Het is niet altijd duidelijk hoe de maatregelen moeten worden ingevuld in de gecombineerde opgave (meitelling). Coördinator soortenbescherming Jochem Sloothaak heeft hierover contact gehad met RVO.

Vanaf 2015 moeten deelnemers aan het kievitenproject de rand die braak ligt ook opgeven als rand. Daarvoor is een nieuwe gewascode: 345 (Rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk bestaande uit een ander gewas dan gras). Op bedrijfsniveau telt dat dus niet mee als grasland. De rand lag al op bouwland dus dat maakt voor de boer geen verschil.

Als een deelnemer gebruik wil maken van derogatierechten (toestemming om meer dierlijke mest uit te rijden dan normaal) dan moet minimaal 80% van zijn oppervlakte landbouwgrond uit grasland bestaan. Die braakrand beïnvloedt dat dus niet, want het was al geen grasland en dat wordt het ook niet. Verder mag de rand voor en na de door ons gestelde data gewoon bemest worden volgens de landelijke bemestingsregels.

Bij de uitgestelde bewerkingen moet de deelnemer in de Gecombineerde Opgave (mei-telling) aangeven welk gewas er op 15 mei op zijn percelen staat. In ons project staat er op 15 mei niets, dus moet hij het opgeven als braak: gewascode 2029. Maar hier dan wel maïs als volgteelt opgeven.

Verder mag er niet gestapeld worden, dus niet SNL of StiKa én een kieviten rand. En dus ook niet én de rand als EFA voor de GLB-vergroening opgeven én ook mee laten doen in ons project.

 

 

 

Weidevogelvriendelijke bedrijfsvoering

Weidevogelbeschermers hebben goede ervaringen met het invoeren van legsels met hun smartphone. Voor boeren en loonwerkers is er een speciale App waarmee ze een melding met beeld en/of geluid kunnen krijgen op hun mobiele telefoon als ze een nest naderen. De weidevogelgroep kan een boer of loonwerker toegang geven tot de legselinformatie van het betreffende bedrijf.

De rijsnelheid van een trekker is van invloed op de overlevingskans van weidevogelkuikens. Maar voor kuikens jonger dan 2 weken heeft langzaam rijden geen nut, omdat de kuikens in deze leeftijd zich drukken. Kuikens boven deze leeftijd drukken zich niet meer en kunnen mogelijk nog op tijd wegkomen voor de trekker wanneer er langzaam gereden wordt.

Beweide percelen werken als een magneet op kieviten met kuikens. Deelnemers aan de workshop vroegen zich af of het mogelijk zou zijn om weidegang te stimuleren gedurende het hele seizoen, of alleen in het vroege voorjaar (voorbeweiden)? Ook om te voorkomen dat het gras te lang wordt voor de weidevogels wanneer er een rustzone wordt aangelegd. Te denken valt aan enkele stuks jongvee op percelen waar men weidevogels verwacht. Hier bestaat op gangbare landbouwgrond echter nog geen stimuleringsregeling voor.  

Ook het uitrijden van ruige stalmest is gunstig voor weidevogels.

Klei wordt keihard, waardoor kieviten zich moeilijk vestigen en een braakrand volkomen kaal blijft. Vrijwilligers vroegen zich af of een kleiperceel in februari geroterd kan worden. De agrariërs meldden dat het dan helemaal dicht slaat. Roteren moet echt vlak voor het bewerken gebeuren. In oktober ploegen en dan eraf blijven. De vrijwilligers gaven aan dat als er geen langlopende overeenkomsten kunnen worden afgesloten de regeling geen zin heeft op klei.

 

 

Communicatie boer - vrijwilliger

Om de regelingen goed te laten verlopen en de maatregelen uit de overeenkomst goed uit te voeren is communicatie erg belangrijk. Een boer stelde de vraag of vrijwilligers vaker kunnen laten weten hoe het gaat in de rustzone en/of braakrand. Bijvoorbeeld wanneer ze verwachten dat de nesten uit komen en of er nog jongen in zitten. Communicatie hierover verkleint de kans op ongelukken / vergissingen! Er zijn vrijwilligers die elke week een mailtje sturen naar de boer, bellen of langs gaan. Onderzoek als vrijwilliger eerst wat de boer het prettigst vindt. Er zijn vrijwilligers die goede ervaringen hebben met het rondsturen van een wekelijkse mail naar hun boeren en daar mooie reacties op terug krijgen. 

Sommige boeren en vrijwilligers vinden praten beter dan mailen, maar te veel contact wordt ook niet altijd als prettig ervaren. Dat is dus even onderling afstemmen.

In de overeenkomst voor een rustzone staat een periode van minimaal 4 weken. Maar de zone moet sowieso blijven staan zolang er nog legsels of jongen in aanwezig zijn. Vier weken na de startdatum van het contract moet er in elk geval contact zijn om gezamenlijk het vervolg te bepalen. Er kan overlegd worden of er toch al gemaaid kan worden, maar als de rustzone blijft liggen kan dit wel een positief effect hebben op andere (vogel)soorten, bijvoorbeeld veldleeuwerik en gele kwikstaart.

 


 

Goed om te weten...

In dit artikel bespreken we heel kort nog enkele vragen en onderwerpen die tijdens de workshops aan de orde kwamen.

De legsellocaties worden door steeds meer vrijwilligers rechtstreeks in de database vastgelegd met behulp van GPS op hun smartphone. Er wordt gewerkt aan een App om het nog gemakkelijker te maken.

Per werkgroep moet met hetzelfde invoersysteem worden gewerkt. Wanneer de één met een PDA werkt en de ander met een smartphone of tablet kun je elkaars gegevens overschrijven.

Sommige vrijwilligers zouden een braakstrook op klei graag al in oktober afspreken zodat zich meer akkeronkruiden kunnen ontwikkelen. Dat is wel veel beter en het zou heel mooi zijn als iemand het wil proberen! Het risico is wel dat er is dan nog geen zekerheid is over financiering.

Als er een grutto op een akker broedt kun je toch proberen een rustzone aan te leggen, maar vergoeding (uitgesteld maaibeheer) is niet voldoende voor mais/bouwland. Er zijn helaas geen andere mogelijkheden.

Als een legsel in een rustzone gepredeerd wordt krijgt de boer evengoed zijn vergoeding, hij heeft immers aan zijn verplichtingen voldaan!

Over het maaien van schouwpaden, bermen en slootkanten kun je proberen afspraken te maken met het waterschap. Sommige groepen hebben daarmee heel goede ervaringen, bij anderen loopt dat minder goed. Blijf toch proberen om het goed uitleggen dat er kuikens kunnen lopen. 

Hele percelen braakleggen is te kostbaar. Het doel is ook niet om geen landbouw meer uit te oefenen op het perceel.

Vrijwilligers vroegen zich af of het op percelen waar je elk jaar veel jongen ziet evengoed nuttig is om een braakrand aan te leggen. Dat is zeker zo. Juist daar waar veel kuikens zijn is behoefte aan een goede opgroeimogelijkheid met voedsel en dekking. Een braakrand biedt dat. Zonder rand weet je niet of de kuikens opgroeien.

Sommige agrariërs willen de groenbemester zo laat mogelijk onderwerken vanwege de hoeveelheid organische stof, liefst zo dicht mogelijk op de zaaidatum. Hoe meer tijd daar tussen zit, hoe minder het effect van de groenbemester is. Anderen werken hem juist graag vroeg onder...

Het onderwerken om de vestiging van kieviten te verbeteren hoeft niet rigoureus. Er hoeft alleen even doorheen getrokken te worden, het economisch nadeel (voor zover aanwezig) blijft dan beperkt.

Aandachtspunten Brabants Landschap

Uit de enquêtes en tijdens de Workshops zijn een aantal aandachtspunten voor Brabants Landschap naar voren gekomen. Een aantal zaken kunnen we meteen toezeggen. Het beantwoorden van sommige vragen heeft nog even tijd nodig.

Veel vrijwilligers vonden dat we beter moeten uitleggen waar de informatie over de regelingen te vinden is. Ook de vraag om voor elk broedseizoen in de nieuwsbrief nog eens uit te leggen hoe het ook alweer zit, als geheugensteuntje, kwam vaak voorbij. Sommige vrijwilligers gaven aan dat ze niet op tijd konden beginnen met het benaderen van boeren voor de regelingen, omdat ze de informatie niet op tijd hadden. Met deze speciale uitgave van 'Weidevogelwerk' beantwoorden we deze vragen voor een groot deel.

De informatiefolder ‘Kansen voor de Kievit’ staat dit jaar op de bestellijst voor materialen voor weidevogelgroepen, die jaarlijks voorafgaand aan het seizoen wordt verstuurd.

De volgende vragen en aandachtspunten worden momenteel uitgewerkt door Brabants Landschap:

- Elk jaar in de tekst van beide overeenkomsten aangeven van welk jaar / versie deze is, zodat altijd duidelijk is of deze actueel is.

- Ontwikkelen van een memo bij de overeenkomsten van de regelingen, waarin aangegeven staat hoe de percelen met maatregelen moeten worden ingevoerd in de gecombineerde opgave.

- Analyse van de verschillende soorten groenbemesters i.r.t. de kievitpercelen.

- Uitzoeken of braaklegging via het GLB mogelijk is en nut kan hebben voor broedende kieviten.

KLIK HIER OM U AAN TE MELDEN OF KLIK HIER OM U AF TE MELDEN VOOR DEZE NIEUWSBRIEF
U KUNT DEZE NIEUWSBRIEF OOK ONLINE LEZEN INDIEN DEZE NIET GOED WORDT WEERGEGEVEN

Deze nieuwsbrief is mede tot stand gekomen dankzij:   Nationale Postcode Loterij     Provincie Noord Brabant