Brabants Landschap

Vleermuiswerk - nr. 7 - September 2016 (15/06/2017)

       September 2016


Terugblik meldingen 2015

De ruim 70 vrijwilligers die actief zijn binnen het meldingsnetwerk zijn échte doeners. Als een geschrokken inwoner van één van de deelnemende gemeentes belt na het aantreffen van een vleermuis op zijn of haar slaapkamer, stappen ze stel op sprong in de auto. Bij steenmartermeldingen volgt zelfs een compleet onderzoek om uit te sluiten of het wel echt om een steenmarter gaat en volgen er meerdere huiszoekingen. Kortom, gedreven doeners zijn het, die de melders van 'overlast' graag uit de brand helpen. Al die vrijwillgers verdienen een dikke pluim, te meer omdat het gros van de meldingen vervolgens ook netjes wordt geregisteerd zodat we de jaaroverzichten kunnen opmaken. Voor deze doeners is die administratie natuurlijk bijzaak, maar gelukkig lukt het steeds beter om alles eenvoudig en efficient te verzamelen. In deze nieuwsbrief daardoor een korte terugblik op 2015.  

 

 

Terugblik meldingen 2015
 
Meldingsnetwerk levert positieve bijdrage aan houding
 
Stippenkaart meldingen
 
Avonturen van vleermuis vrijwilliger
 
De gemiddelde melding.....
 
Gezamenlijke titerwaarde bepaling
 
29 oktober Nacht van de Nacht
 




Meldingsnetwerk levert positieve bijdrage aan houding

In 2015 zijn 130 meldingen geregistreerd bij het Brabantse Meldingsnetwerk. Er zijn daadwerkelijk meer meldingen geweest, maar om verschillende redenen zijn niet alle meldingen geregistereerd. 

In de zomermaanden (mei-sep) werden de meeste meldingen geregistreerd, met in 2015 een piek in de maand juli. 94% van de meldingen betreft vleermuizen. De (gewone) dwergvleermuis treft men het meeste aan. Zestig procent van alle meldingen had betrekking op deze soort. De meest bijzondere soort was dit keer de Franjestaart: 2 maal werd deze aangetroffen. Er zijn vorig jaar ook 6 steenmarter meldingen geweest. Een klein aantal, maar toch goed om ook voor deze soort actief te zijn, omdat dit beestje bij een nestje een nare geur kan achter laten in huizen. Het aantal meldingen lijkt toe te nemen in Brabant.

Op 89% van de meldingen volgt een bezoek aan huis. Uit de informatie van de meldingsformulieren, waarmee de meldingen worden geregistreerd, blijkt dat de houding van melders verbeterd na afhandeling van de melding. Na het gegeven advies/bezoek was 56% positief/geintresseerd, 41% tolerant en 3% nog altijd negatief. Hieruit blijkt dat het Meldingsnetwerk een postieve bijdrage levert aan de houding van melders ten opzichtte van vleermuizen en steenmarters in en rondom het huis.

Op onderstaande kaart is de verspreiding van de meldingen te zien. De blauwe stippen zijn vleermuizen. De rode stippen zijn meldingen van de steenmarter. Een digitale versie van de kaart in hogere resolutie is op te vragen via het mailadres: netwerkvleermuizenbrabant@gmail.com

Net als vorig jaar worden de meeste meldingen gedaan in stedelijk gebied en rond de grote steden Den Bosch, Tilburg en Eindhoven. Daar wonen immers de meeste mensen en aangezien de meldingen veelal gaan over een vleermuis in huis, is dat logisch.

Dit jaar wordt het nieuwe digitale meldingsfomulier al goed gebruikt, dus we hebben goed ehoop dat we aan het eind van het jaar een nóg completer beeld kunnen laten zien.  

 

Stippenkaart meldingen

Avonturen van vleermuis vrijwilliger

Juli is een drukke maand. Niet vanwege de vakantiestress, maar meer omdat de telefoon me regelmatig uit de tuin roept. Vaak wanneer een glaasje wijn staat ingeschonken, zorgt een vleermuisklacht dat het glas lang gevuld blijft. Zo ook op een mooie zomeravond in juli. Aan de lijn een opgewekte heer die meldt dat er een vleermuis over de oprit kruipt. “Best een grote…”.... Ik geef de tip om de nok van het dak een tijdje in de gaten te houden. Ik laat de wijn de wijn en fiets naar het opgegeven adres in mijn woonplaats Dongen. Meneer wacht me op de oprit op. Hij heeft al een aantal uitvliegers geteld. Inderdaad liggen er onder de nok van het dak wat uitwerpselen op de oprit. De kolonie zit er blijkbaar nog maar pas. In de achtertuin is de vleermuis tussen de planten gezet. Het blijkt een gezonde jonge laatvlieger. Na een controle van de vleren, waarbij de beide puberdochters op een afstandje nieuwsgierig over mijn schouder meekijken, verplaatsen we ons naar de oprit. “Zet je mobieltje maar op video, want dit wordt een prachtig filmpje”. De jonge laatvlieger is nog amper tegen de muur gezet of met krachtige ‘stappen ‘zet het dier doelbewust koers naar de nok. Er klinken kreten van bewondering en verbazing. Het is ook een koddig gezicht hoe het dier op ‘duimpjes en voetjes’ naar de nok klimt. In no-time verdwijnt hij onder een sluitpan. Dan branden de vragen los. In de tuin krijgt elke vraag een antwoord. Meneer gaat morgenavond tellen. En inderdaad, de volgende dag weer telefoon: 10 uitvliegers.

Een drukke maand juli, zei ik al. Twee dagen later ziet een jongeman een vleermuis over de zoldervloer kruipen. “Misschien flauw, maar ik durf dat beest niet te pakken, en mijn moeder ook niet…”. Het loopt al tegen 10 uur; toch maar even langs. Bij aankomst blijkt het om een hoekpand te gaan. Enkele dakpannen steken ruim naar voren. Geen uitwerpselen eronder. Ik bel aan en de moeder des huizes doet open; zoonlief komt net de trap af. Hij hoorde zojuist nog wat krassende geluiden…… De vlizotrap wordt uitgeschoven en gewapend met een zaklamp stap ik de benauwde zolder op. Zoon Joris komt wat schuchter achter me aan. Allereerst inspecteer ik de vloer, daarna de wand. Zo wordt stukje bij beetje de zolder afgezocht. Al snel wordt duidelijk dat men in de hoeken wat te zuinig met purschuim is geweest. Ik vertel Joris dat daar straks wat kranten ingestopt mogen worden. Bij het verplaatsen van een aantal schilderijen (is dit een Picasso?), zie ik een zwarte schaduw in de hoek weggedrukt. Duidelijk geen vleermuis, maar wat dan wel? Er wordt  meer ruimte gemaakt, zodat er onder een andere hoek kan worden gekeken. Verdikkie, op de grond zit een volwassen gierzwaluw. Ik leg een handdoek over de vogel en niet veel later houd ik voor de eerste keer een gierzwaluw in de hand. Het dier is nog levendig genoeg. Na een uitwendige controle dalen we de vlizotrap af. Achter de deur staat mevrouw te wachten. “En, en…”? Geen vleermuis, maar een vogel, zegt Joris. Hoor ik nu teleurstelling in zijn stem? Mevrouw is allang blij dat het een vogel blijkt te zijn. Het slaapkamerraam wordt wijd open gezet en even later vliegt de gierzwaluw het luchtruim in. Het is helaas al te donker om het dier lang te volgen. Joris gaat aan de slag met kranten en mevrouw verbaast zich erover dat er geen bijdrage hoeft te worden gegeven voor de verrichte dienst. Is dit zomaar gratis? Jawel, mevrouw, nog een fijne avond.

Jeroen Nusselein, vrijwilliger in gemeente Dongen

 

De gemiddelde melding.....

- 43 gewone dwergvleermuizen in een slaapkamer

- “boze” vleermuis in sporttas

- baby vleermuis gered van 'door-de-wc-spoelen' door vrachtwagenchaffeur

- 26 'dwergen' mogen in nok blijven wonen

- vleermuizen in de houtkachel

- steenmarter knaagt autokabels door

- paniekerige mevrouw op de ballistrade gerust gesteld

Gezamenlijke titerwaarde bepaling

Er heerst soms wat onduidelijkheid over de wijze van vaccineren tegen rabiës en het bepalen van de titerwaarde. Daarom nodigen wij de GGD uit op de jaarlijkse contactdag op 14 september. Op deze dag kunnen vrijwilligers bloed af laten nemen ter bepaling van de titerwaarde. De vrijwilligers van het Meldingsnetwerk ontvangen hiervoor een uitnodiging.

Nadat bloed is afgenomen is de uitslag niet direct bekend. Het bloedmonster moet namelijk worden opgestuurd naar Brussel, waar het wordt onderzocht. Na ongeveer 2 á 3 weken ontvang je de uitslag per post. Is de titerwaarde onder de 0,5, dan is een hervaccinatie tegen rabiës nodig. Is de waarde boven de 0,5 is de bescherming tegen rabiës voldoende en krijg je het advies om een jaar later nogmaals de titerwaarde te laten bepalen.

Wanneer je zelf contact opneemt met één van de drie Brabantse GGD’s voor een individuele afspraak om je te laten vaccineren, bestaat de kans dat er een keuze gemaakt moet worden tussen de reizigers en de beroepsgroepen infectieziekten richtlijn. Wij adviseren u om te kiezen voor de beroepsgroepen infectieziekten (richtlijn LCI). Deze richtlijn omvat 3 prikken in het eerste jaar, een eenmalige hervaccinatie in het tweede jaar. En het advies om ieder jaar (vanaf het derde jaar) een titercontrole te doen om de titerwaarde te bepalen. De theorie van een jaarlijkse titercontrole, is dat je als beroepsgroep vaker in contact komt met vleermuizen en dat er mogelijk een besmetting kan plaats vinden door een ongemerkte blootstelling.

 

29 oktober Nacht van de Nacht

Op zaterdag 29 oktober vindt voor de 12e keer de Nacht van de Nacht plaats. Vorig jaar waren er tijdens de Nacht van Nacht 350 bijzondere activiteiten in het duister, 40.000 bezoekers en 155 gemeenten en bedrijven die de lichten doofden. Meer informatie is te vinden op de website, de facebookpagina en linkedinpagina van de Nacht van de Nacht. Actieve vleermuis vrijwilligers kunnen in de nacht van 29 oktober een activiteit organiseren en deze aanmelden op www.nachtvandenacht.nl/activiteiten/.

KLIK HIER OM U AAN TE MELDEN OF KLIK HIER OM U AF TE MELDEN VOOR DEZE NIEUWSBRIEF
U KUNT DEZE NIEUWSBRIEF OOK ONLINE LEZEN INDIEN DEZE NIET GOED WORDT WEERGEGEVEN

Vleermuiswerk komt tot stand door de samenwerkende
vleermuiswerkgroepen het Coördinatiepunt Landschapsbeheer.
Nationale Postcode Loterij     Provincie Noord Brabant