Brabants Landschap

Vleermuiswerk - nr.13 - oktober 2021 (22/10/2021)

Vleermuisnetwerk Najaar 2021


Veranderingen op komst!

Ooit werd het Netwerk opgezet om meldingen van burgers over overlast van vleermuizen en steenmarters af te handelen. Het was de toenmalige staatssecretaris die gemeenten hiertoe opdracht gaf. Brabants Landschap heeft het netwerk ingericht omdat veel gemeenten behoefte hadden aan een organisatie die dit voor hen op kon pakken.

Inmiddels zijn we jaren verder en komen er dagelijks meldingen binnen, die op de een of andere manier om aandacht vragen. Heel wat melders bellen omdat ze zich zorgen maken over een vleermuis, die ze (vaak gewond) hebben aangetroffen. Van overlast is absoluut geen sprake, wel van terechte bezorgdheid over dierenleed. Geen enkele vleermuisliefhebber kan het over zijn/haar hart krijgen om helemaal niets voor het dier en de melder te doen. Dat vraagt niet langer om een netwerk voor overlastmeldingen maar meer om een organisatie van vleermuisbeschermers. Uiteraard is het niet de bedoeling om daarmee in concurrentie te gaan met partijen zoals Vleermuiswerkgroep Brabant of de Zoogdiervereniging. De bescherming van Vleermuizen is het primaire doel van het Netwerk Nieuwe Stijl. Binnen het Brabants Landschap bestaan succesvolle netwerken voor bescherming van uilen, weidevogels en akkervogels. Een soortgelijke structuur willen we ook in gaan richten voor Vleermuizen. Daar zullen we het komend jaar veel energie in steken. Meedenken wordt beslist op prijs gesteld.

 

Veranderingen op komst!
 
Bijeenkomsten Meldingsnetwerk
 
Geen afscheid nemen
 
Introductie Jos Marcelissen
 
Natuur aan de muur
 
Voorraadkast
 




Bijeenkomsten Meldingsnetwerk

Vanwege de corona-perikelen konden we in 2020 geen bijeenkomst organiseren en die van 2021 moesten we om dezelfde reden doorschuiven tot in het najaar. Gezien de voorgenomen veranderingen in het Netwerk, viel er heel wat te bespreken. Daarom werden er zelfs twee identieke bijeenkomsten ingepland: op 7 oktober in het Vogelrevalidatie Centrum in Zundert en op 14 oktober in de Schaapskooi in Schijndel. Het viel op, dat iedereen blij was om eindelijk weer eens met andere vleermuisliefhebbers bij elkaar te kunnen zijn.

In Zundert telden we 15 vrijwilligers, in Schijndel 23 vrijwilligers. Een mooie opkomst! Coördinator Ton Popelier beet de spits af met een presentatie over het ontstaan en de ontwikkeling van het Meldingsnetwerk. In zijn presentatie maakte hij duidelijk waarom het Coördinatiepunt Landschapsbeheer gekozen heeft voor een forse koerswijziging. Marco Renes haakte hierop aan en toonde de eerste aanzet van een database. Deze moet meer duidelijkheid gaan geven in de geografische spreiding van de vrijwilligers en een overzicht van de meldingen. Aan deze database moet nog heel wat gesleuteld worden, maar het eindresultaat zal beslist vruchten afwerpen. 

Tot slot presenteerde Jos Marcelissen, die het stokje gaat overnemen van Ton Popelier, zich. Zijn enthousiaste betoog vond zijn weerslag bij de andere vrijwilligers. Er werden heel wat ideeën gelanceerd om het Meldingsnetwerk om te vormen naar een Beschermingsnetwerk. Opleiding en informatie-uitwisseling staan centraal in die veranderingsfase.

Zowel in Zundert als in Schijndel werd nog volop nagepraat en gonsde het van de plannen voor vleermuiswerk.

 

Geen afscheid nemen

Steenmarters waren bijna verdwenen uit Brabant, maar tegenwoordig zijn ze niet langer een zeldzame verschijning in onze provincie (en elders). Het is een bekend gegeven dat Steenmarters zich terugtrekken op zolders en daar hun jongen grootbrengen. Dat resulteert in stank van de uitwerpselen en de prooiresten, en nachtelijk lawaai van spelende jongen. Wanneer iemand dit overkomt, dan is duidelijk sprake van overlast. Dat resulteert in steeds meer meldingen van verontruste burgers, die advies en nog liever een huisbezoek verwachten van een vrijwilliger van het Netwerk. Bij zo’n huisbezoek moet meestal de buitenzijde van de woning gecontroleerd worden op openingen waar de Steenmarter zich toegang tot de zolder verschaft. Dat betekent de ladder op en halsbrekende toeren uithalen om bij zo’n plek te komen. De sterke toename van meldingen en de plicht om ARBO-verantwoord te kunnen werken, hebben het Brabants Landschap doen besluiten om dit aspect van het Netwerk af te stoten. Op basis van informatie van het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen in Wageningen zal een overzicht worden gepubliceerd van bedrijven, die Steenmartermeldingen van particulieren op kunnen pakken. Deze bedrijven zijn gecertificeerd om maatregelen te treffen, want de Steenmarter is nog altijd een beschermde diersoort.

We willen Carlo Wijnen extra bedanken, die zich al jaren binnen het Netwerk heeft ingezet voor Steenmarter-meldingen. Hij neemt alle tijd om melders van (vermeende) overlast gerust te stellen en gaat waar nodig ook op huisbezoek om adviezen te geven. Met het afstoten van de Steenmarter-meldingen, nemen we geen afscheid van Carlo, want Vleermuizen gaan hem ook zeer ter harte!

 

Introductie Jos Marcelissen

De veranderingen die we voor ogen hebben met het Netwerk vragen om een coördinator, die “gepokt en gemazeld” is binnen de vleermuiswereld. We zijn er in geslaagd zo’n duizendpoot te vinden in de persoon van Jos Marcelissen uit Dorst (bij Breda). Jos introduceert zich zelf:

De afgelopen 21 jaar heb ik in het onderwijs gewerkt nadat ik in 2000 biologie ben gaan studeren (leraaropleiding) en later de master of education Biology volgde. Op vakantie in Frankrijk kwam ik ooit in contact met een bioloog, Derek, die een vleermuisdetector had. Hij nam me mee op pad, en het eerste wat we ontdekten was dat Rotszwaluwen ook ultrasoon geluid maakten! Toen Derek in ‘88 een bezoek aan Nederland bracht wilden we hem hier ook iets van vleermuizen laten zien en na wat rondbellen bleek in Brabant een zekere Peter Twisk actief te zijn. Hij nodigde ons uit voor een activiteit rond Kasteel Heeswijk en daar deed ik mijn eerste Nederlandse vleermuiservaringen op. Uiteindelijk werd in 1992 de vereniging Vleermuiswerkgroep Noord Brabant notarieel ingeschreven, we hadden toen al een stuk of vijftig leden. Dat was de start van een serie van 29 jaar vleermuisexcursies, eerst vanuit de werkgroep, later werd ik vleermuisvrijwilliger bij Natuurmonumenten. Ik ben 66 jaar en 4 maanden, dus ik word bijna maatschappelijk vrijgesteld om mijn energie in zaken als vleermuizen en zo te steken. Naast mijn activiteiten in de afhandeling van vleermuismeldingen doe ik mee met fietsinventarisaties voor Vleermus (meetnet urbane soorten) en autoroutes in het kader van de NEM-VTT en organiseer ik kleine excursies op het resort van de Beekse Bergen, een mooie plek om watervleermuizen te zien. Ik hoop op een prettige en vooral nuttige samenwerking!”

 

Natuur aan de muur

Boerderij het Groot Duijfhuis in Kasteren (Liempde) is één van de meest schilderachtige eigendommen van het Brabants Landschap. De Vlaamse schuur uit 1525 staat zelfs te boek als de oudste van heel Nederland. Vleermuizen vinden rondom het Groot Duijfhuis volop voedsel, want de Dommel loopt er langs, er staan (fruit)bomen en er loopt vee rond. Met name de Grootoorvleermuis heeft het er erg goed naar zijn zin. Al jaren woont er een kolonie in de schuur, waarin ook het informatiepunt van Brabants Landschap gevestigd is. Zo’n oude schuur kent natuurlijk allerlei hoeken en kieren waar de dieren zich kunnen terugtrekken. Daarom valt het niet mee om exemplaren te zien te krijgen. Behalve wanneer ze voor een onverwachte schuilplaats kiezen. Wie een van de fotolijsten omdraait, die in het informatiepunt aan de muur hangen, kan tot zijn/haar verbazing ineens oog in oog staan met enkele Grootoren. Dat is nog eens natuurbeleving optima forma!

Voorraadkast

Wanneer je in het buitengebied woont, dan weet je dat je regelmatig "bezoek" krijgt. Een Kerkuil laat je in het duister schrikken met zijn naargeestige gekrijs, een Vos blijkt je kippenhok geïnspecteerd te hebben en de zangvogeltjes in je tuin vliegen in paniek weg omdat een Sperwer op strooptocht is. Andere bezoekers laten minder sporen na en alleen door toeval kom je er achter dat ze op bezoek geweest zijn. Een keutel van een Bunzing op het pad of pootafdrukken van een Das zijn daar mooie voorbeelden van. Onlangs had een vrijwilliger in Schijndel een geheel onverwachte waarneming. Al dagen lang hing er een onaangename lucht in de auto. De eerste gedachte is dan een vergeten lunchpakket of het klokhuis van een appel. Een grondige inspectie leverde niets op. Pas na het openen  van de motorkap werd het raadsel van de stank duidelijk: twee dode, piepjonge konijntjes zaten vastgeklemd tegen het ruitenwisserreservoir. Beide waren verre van vers, vandaar de ranzige lucht. Er komt maar één dader in beeld voor het aanleggen van zo’n voedselvoorraadje: een Steenmarter. Vaker hoor je over eieren of muizen die tijdelijk opgeslagen worden in stilstaande auto’s. Met zoveel jonge konijntjes om zich heen, ging deze Steenmarter nog een stapje verder.

Bij veel mensen slaat de schrik om het hart bij het idee van een Steenmarter onder de motorkap. Die angst wordt gevoed door verhalen over stukgebeten kabels. En dat is inderdaad een onhebbelijke eigenschap van (sommige) Steenmarters. In het verleden werd gedacht dat de visolie, die verwerkt is in de kabelmantel, de vraatzucht van Steenmarters aan zou wakkeren. Tegenwoordig weten we dat dit niet juist is; het dier gebruikt de stukjes kabelmantel om een nestruimte mee te bekleden. Bij de Schijndelse vrijwilliger waren er gelukkig geen kabels doorgebeten. Wel kijkt hij nu wat vaker onder de motorkap van de auto.

 

KLIK HIER OM U AAN TE MELDEN OF KLIK HIER OM U AF TE MELDEN VOOR DEZE NIEUWSBRIEF
U KUNT DEZE NIEUWSBRIEF OOK ONLINE LEZEN INDIEN DEZE NIET GOED WORDT WEERGEGEVEN

Vleermuiswerk komt tot stand door de samenwerkende
vleermuiswerkgroepen het Coördinatiepunt Landschapsbeheer.
Nationale Postcode Loterij     Provincie Noord Brabant