Brabants Landschap

Vleermuiswerk - nr. 8 - Maart 2018 (13/03/2018)

Maart 2018


Inleiding

Het is weer tijd voor een update!
Elke dag staan de vrijwilligers van het 'Meldingsnetwerk vleermuizen en steenmarters in gebouwen' in Brabant klaar om meldingen van vleermuizen of steenmarters aan te nemen en op te lossen. Zowel vleermuizen als steenmarters zijn beschermde diersoorten en mogen dus niet door de ongediertebestrijding worden weggehaald! Daarom zijn alle vrijwilligers binnen het netwerk opgeleid om een goede oplossing te vinden voor zowel het dier als de bewoner.

In deze nieuwsbrief laten we de resultaten zien van de meldingen van de afgelopen drie jaar, wordt de afgelopen excursie voor de vrijwilligers besproken en de volgende excursie aangekondigd, leggen we het nieuwe project ErvenPlus uit, zetten we een vrijwilliger in de spotlights en laten we met een voorbeeld zien hoe het afhandelen van een melding gaat.

Veel leesplezier!

 

Inleiding
 
Het Netwerk: stand van zaken
 
Bijeenkomst vrijwilligers 2017
 
ErvenPlus
 
Bijeenkomst voorjaar 2018
 
Steenmarters worden steeds actiever
 
Pascale Attema: vleermuisliefhebber bij de Dierenambulance
 
Grootoren op zolder in Berghem
 




Het Netwerk: stand van zaken

Een groot deel van de Brabantse gemeentes is aangesloten bij het provinciale 'Meldingsnetwerk vleermuizen en steenmarters in gebouwen'. Door hun deelname kunnen zij een beroep doen op de vrijwilligers uit het meldingsnetwerk om de klachten op te laten lossen. Soms volstaat een geruststellend telefoontje en als dat niet voldoende is gaat de vrijwilliger langs bij de melder. Veel melders weten amper iets van vleermuizen of steenmarters en het gezegde “Onbekend maakt onbemind” gaat hier vaak op. In veel gevallen kan ter plekke een oplossing geboden worden. Wanneer het om een gewond dier gaat, neemt de vrijwilliger het dier mee.

Sinds de start van de digitale verwerking van de meldingsformulieren (medio 2015) werden er 372 meldingen van overlast geregistreerd bij het meldingsnetwerk. Het merendeel van de meldingen (53%) heeft betrekking op de dwergvleermuis. Een andere 'gebouwenminnende' soort, de grootoorvleermuis, neemt een bescheiden deel van de meldingen (5%) voor zijn rekening. Een enkele keer duikt ook een minder gangbare soort op, zoals de tweekleurige vleermuis, de ingekorven vleermuis en de meervleermuis. Maar liefst een derde van alle meldingen kwam binnen via de Dierenambulance. 

Dankzij de inzet van de vrijwilligers werden heel wat vleermuizen en steenmarters uit penibele situaties verlost. Ook kregen dankzij hen heel wat huisbewoners een beduidend positiever beeld bij deze nuttige, maar vaak onbegrepen diersoorten. 

Bijeenkomst vrijwilligers 2017

Op 31 augustus 2017 vond de jaarlijkse bijeenkomst voor de vrijwilligers van het meldingsnetwerk plaats. Dit jaar was de bijeenkomst in “de Menmoerhoeve” in Etten-Leur, aan de rand van landgoed de Pannenhoef. Jochem Sloothaak, van Coördinatiepunt Landschapsbeheer bij Brabants Landschap, begon met een update van de gemeenten die zich aangesloten hebben bij het Meldingsnetwerk. Zijn collega Marco Renes toonde aansluitend een analyse van de vele meldingen die tot dan toe in 2017 vastgelegd waren. Vervolgens was het de beurt aan vrijwilliger Carlo Wijnen. Zijn sheets lieten er geen twijfel over bestaan: de steenmarter duikt overal op in Brabant. De kans op klachten neemt hiermee sterk toe en gemeenten moeten hier op voorbereid zijn.

Voordat Bart Pörtzgen, terreinbeheerder bij Brabants Landschao voor gebied De Pannenhoef, de groep mee het veld in nam, vertelde hij kort iets over dit prachtige natuurgebied. Helaas zat het weer niet mee, want door de druilerige regen waren maar weinig vleermuizen actief. Op de batdetectors konden we deze vleermuizen wel horen en Marco testte de app uit die deze geluiden meteen kan analyseren en aangeeft om welke soort het gaat. 

ErvenPlus

Het project ErvenPlus zal voor menig vleermuisliefhebber in Midden-Brabant al bekend zijn. Brabants Landschap is ondertussen al in 23 gemeentes actief om erven in het buitengebied aantrekkelijker te maken voor allerlei diersoorten. Dat varieert van het hangen van uilenkasten tot het planten van fruitbomen en heggen. De belangstelling blijkt zo groot te zijn dat er in diverse gemeentes zelfs sprake is van een "overtekening". Medewerkers van Buro ORBIS bezoeken belangstellenden en brengen in kaart welke voorzieningen er op het bewuste erf aangebracht zouden kunnen worden. Uiteraard ontbreekt de vleermuiskast niet in hun lijstje. Gelukkig willen verrassend veel bewoners van het buitengebied graag de schuilmogelijkheden voor vleermuizen op hun erf verbeteren. Voor meer informatie klik hier

 

Bijeenkomst voorjaar 2018

De bijeenkomst voor vrijwilligers van het meldingsnetwerk staat gepland op donderdag 17 mei 2018. De locatie is de Schaapskooi in Schijndel, aan de rand van het kleinschalige, vochtige, natuurgebied de Smaldonk. Na afloop van de excursie in augustus 2017 werd aangegeven dat de vrijwilligers graag meer kennis willen over het determineren van soorten met behulp van een batdetector. Daarom zullen de vrijwilligers worden uitgenodigd voor een workshop over herkenning van vleermuizen, georganiseerd door Vleermuiswerkgroep Brabant en wordt ook tijdens de excursie in Schijndel aandacht geschonken aan het werken met een batdetector en een app om soorten te determineren. Het programma zal t.z.t. bekend worden gemaakt aan alle vrijwilligers.

 

Steenmarters worden steeds actiever

We zijn pas net twee maanden in het nieuwe jaar en nu zijn er al drie meldingen van overlast door steenmarters binnen. De steenmarter heeft zich ondertussen over heel Brabant verspreid.

Wie denkt dat het hier alleen om oude schuurtjes of oude woningen gaat, heeft het mis. Steenmarters zitten graag lekker warm en zijn dus op zoek naar plaatsen waar ze binnen kunnen zitten, vandaar vaak de voorkeur voor goed geïsoleerde woningen. Een territorium van een steenmarter kan maar liefst 30 rustplaatsen bevatten. Meerdere meldingen uit dezelfde wijk zijn vaak dus maar van één steenmarter. De overlast die gemeld wordt kan variëren van nachtelijk gerommel op het dak tot knaag geluiden onder het dak.

Hier een mooi voorbeeld:

De steenmarter kon via een plat dak (aan de achterkant van het huis - zie eerste foto) over de nok naar de voorkant in de goot lopen en kon daar een toegang maken in het dak. Dit zorgde voor gaten in de isolatie en nachtelijke geluidsoverlast. Door het plaatsen van wildcamera’s wordt duidelijk wie de overlast veroorzaakt en hoe hij hier naartoe komt.

Inmiddels zijn de eigenaren van de woning bezig de schade vergoed te krijgen bij hun verzekering en hun huis aan te passen zodat de steenmarters niet meer onder het dak kunnen komen. Het wegvangen of doden van steenmarters is wettelijk niet toegestaan en helpt ook niet aangezien de geur van een steenmarter wel 15 jaar kan blijven bestaan waardoor een andere steenmarter deze lege plek snel vindt en inneemt. Het onbereikbaar of onaantrekkelijk maken van deze plekken is daarom een beter alternatief. Wel is dan gewenst om indien mogelijk alternatieve plaatsen aan te bieden. 

 

Pascale Attema: vleermuisliefhebber bij de Dierenambulance

In de afgelopen 2½ jaar ontving het meldingsnetwerk 372 meldingen. Hierbij valt onmiddellijk op dat 133 meldingen (36%) via de Dierenambulance Eindhoven binnen gekomen zijn. Voor een uitleg kloppen we aan bij Pascale Attema, die als vrijwilligster op de meldkamer werkt en meerijdt op de dierenambulance. Een minder prettig verlopen confrontatie met een vleermuis wekte haar belangstelling destijds voor de diersoort. Hierdoor ontstond intensief contact met Eindhovense vleermuisliefhebbers, waaronder Frans Hijnen, die veel van hun kennis over konden dragen aan haar. De belangstelling voor vleermuizen is bij Pascale daarna uitgegroeid tot fascinatie. Uit eigen ervaring weet Pascale dat de houding van melders varieert van uiterst positief (“geweldige diersoort”) tot werkelijk panisch. Geruststellen van de melder behoort dan ook tot de belangrijkste taken van de vrijwilligers van de dierenambulance. Pascale veronderstelt dat bewoners van Eindhoven bij (al dan niet vermeende) overlast van vleermuizen eerder geneigd zijn om de Dierenambulance te bellen dan de gemeente. De zichtbaarheid van de Dierenambulance zal hier zeker een rol in spelen.

Regelmatig ontfermt zij zich zelf over een vleermuis, die binnen gebracht wordt. Zo’n dier gaat mee naar haar flat, waar rust en voedsel wachten. Water met mineralen en meelwormen vormen het menu waarop verzwakte vleermuizen bij haar herstellen tot ze weer los kunnen worden gelaten. Degene die een lange herstelperiode nodig hebben, gaan rechtstreeks naar de vleermuisopvang van Antoinette van Wilgen in Oss. Bij de Dierenambulance Eindhoven zijn vleermuizen, mede dankzij Pascale, beslist in goede handen!

 

Foto van Dick Nieuwenhuis

 

Grootoren op zolder in Berghem

In September 2016 kwam er een melding binnen uit Berghem:

Als vervolg op mijn telefoontje. Boven in mijn huis zit al lang een slaapplaats van vleermuizen, waarschijnlijk dwergvleermuizen. Het grootste aantal dat ik kon tellen was 15 exemplaren, maar nu lijken het er meer te zijn. Ze vliegen uit de nok van mijn huis (speciaal open gelaten toen mijn dak vernieuwd werd).

Een vrijwilliger uit het netwerk, Antoinette van Wilgen, ging bij deze meneer, genaamd Toon, langs. Hierbij een verslagje:

Toon heeft een woning uit ongeveer 1920 dat net niet in het bos staat.  Op de zolder komt hij zelden. In de ruimte waar de ketel hangt, heeft hij vleermuizen zien vliegen. De isolatie is zeer slecht en de dakpannen zijn vernieuwd, een ideale plek dus voor vleermuizen.

Er zijn twee ruimtes waar de vleermuizen aanwezig kunnen zijn. Via die ruimtes kunnen ze naar de nok van het dak waar ze uit kunnen vliegen. In beide ruimtes liggen uitwerpselen. Mogelijk van een dwergvleermuis, maar het kan ook van een andere grotere soort zijn. Ik gokte op een grootoorvleermuis, vanwege de maat en de vorm.

Vermoedelijk is de ruimte waar de grotere uitwerpselen liggen, een kraamkamer voor de grootoorvleermuis. Toon heeft een foto gemaakt waarop een groepje bruine grootoren staan. Volwassen dieren en jonge  dieren van dit jaar.  Echter kan de ontlasting qua grootte ook van een dwergvleermuis zijn, al hebben we daar geen dieren van gezien.

Bij het betreden van de ruimte en het rondlopen daar, hoorde ik een geluidje wat niet van een dwergvleermuis kan zijn, de temperatuur was buiten aan de koude kant, dus de dieren vlogen niet uit en bleven onder de dakpannen.  Dat geluidje zou dus van de grootoren moeten zijn. Te laag in frequentie en een sociaal geluid. 

In de andere ruimte waren alleen wat kleinere uitwerpselen, maar evengoed mogelijk dat dit van zowel de grootoorvleermuis als de dwergvleermuis kan zijn.

Toon heeft geen problemen met deze situatie en zou de ontlasting opruimen nu ik was geweest.

Wel is het belangrijk als daar werkzaamheden verricht moeten worden, te letten of deze dieren aanwezig zijn.  Gezien de situatie verbaast het mij niet als de dieren daar ook overwinteren omdat de afvoerpijp van de kachel door deze ruimte loopt en de dieren de keuze hebben om dichterbij of verderaf van de warmte te gaan slapen.

In plaats van van de vleermuizen af te willen, wilde deze man juist meer weten over welke soort er zat en hoe hij ze kon behouden. Met de vernieuwing van de dakpannen had hij zelf al aangegeven dat de opening vrij bleef. Een zeer positief verhaal!

KLIK HIER OM U AAN TE MELDEN OF KLIK HIER OM U AF TE MELDEN VOOR DEZE NIEUWSBRIEF
U KUNT DEZE NIEUWSBRIEF OOK ONLINE LEZEN INDIEN DEZE NIET GOED WORDT WEERGEGEVEN

Vleermuiswerk komt tot stand door de samenwerkende
vleermuiswerkgroepen het Coördinatiepunt Landschapsbeheer.
Nationale Postcode Loterij     Provincie Noord Brabant