Brabants Landschap

Uilenwerk - nr. 116 - November 2016 (24/11/2016)

       


Eerste terugblik broedseizoen

Nog niet alle broedgegevens zijn bij ons binnen, maar het lijkt er op dat 2016 een beter uilenseizoen was dan vorig jaar. En dat is ondanks het wisselvallige weer erg goed nieuws.

Bij de kerkuilen staat de teller al op ruim 400 broedsels, terwijl het eind totaal vorig jaar 324 was. Bovendien is het aantal eieren, jongen en uitgevlogen jongen per broedsel, gemiddeld 1 ei, 1 jong en 1 uitgevlogen jong hoger. Ook zijn er verschillende tweede broedsels gesignaleerd. Met minimaal 19 tweede broedsels, zijn het er veel meer dan vorig jaar, maar niet zoveel als in 2014 (53). Eén van de tweede broedsels was bij gastgever Jack Verhulst uit Etten-Leur. Eind september werden er door de lokale uilenwerkgroep 5 gezonde jongen in de nestkast aangetroffen. 

Bij de steenuilen is het aantal broedgevallen nog niet over het record van duizend heen, maar we zullen zien wat er nog bij komt. Het broedsucces lijkt iets hoger dan in 2015, maar dat verschil is minimaal. Gemiddeld 3,1 jong per succesvol broedsel lijkt te zijn uitgevlogen. 

Voor de definitieve resultaten zullen we moeten wachten op het jaarverslag van 2016.

 

Eerste terugblik broedseizoen
 
Rare snuiters in uilenkasten
 
Jonge uilenbeschermers
 
Steenuilen verhuizen niet zomaar van schoorsteen naar kast
 
Nieuwbouw voor kerkuilen in Deurne
 
Jonge kerkuilen die nog niet kunnen vliegen
 
Vogelvirussen
 
Ransuilen broeden weer in Brabant
 
Roofvogels en uilen: niet voor de show
 




Rare snuiters in uilenkasten

Als uilenbeschermer kom je nogal eens voor verrassingen te staan. Niet alleen uilen worden groot gebracht in uilenkasten. Er zijn nogal wat vogels die een uilenkast een mooie plek vinden om te broeden, zoals de holenduif, torenvalk, kauw, spreeuw, mees. Maar niet alleen vogels kiezen voor een uilenkast. 

In een bezette kerkuilenkast van Natuurwerkgroep Liempde zag een gastgever een zwerm bijen naar binnen vliegen. Er zaten jonge kerkuilen in de kast. Gelukje voor deze jonkies dat de gastgever direct actie ondernam en de lokale imker inschakelde. Deze kwam snel ter plekke en wist de bijen met koningin uit de kast te halen. De jonge kerkuilen hebben niets aan dit avontuur over gehouden en zijn later in het seizoen gewoon uitgevlogen.

UWG Tilburg kwam op een erf waar vorig jaar nog een nieuwe kerkuilenkast was opgehangen. Het was dus de eerste controle van deze kast. De boer moest al een beetje lachen toen hij de uilenbeschermers aan zag komen en zei: 'Ga maar kijken; er zit wel iets in maar iets anders dan ge denkt!' Met enige spanning werd de kast voorzichtig open gemaakt. En daar lagen 5 kleine kittens! De poes had in deze nieuwe kast een geschikte plek gevonden om in te jongen. De kerkuil bleek gelukkig iets verderop onder de nok van een andere schuur te broeden. Komende winter wordt de kast verplaatst, zodat de kat er niet meer in kan.

 

Jonge uilenbeschermers

Na alle aandacht die een aantal jaren terug is besteed aan verjonging van uilenbeschermers zijn veel groepen aan de slag gegaan om jeugd te betrekken bij de 't beschermingswerk. Facebook, twitter, youtube, zijn daarin zilver, maar mensen een keer mee op kastcontroles nemen is goud! Kijk eens naar deze brochure voor meer tips.

Een mooi voorbeeld is de 11-jarige Michiel Bruurs uit Baarschot. Hoe jong hij ook is, werkt hij al volop mee in de uilenbescherming en runt hij z'n eigen natuurmuseum. Dis van der Put, coördinator van de Uilenwerkgroep Hilvarenbeek is apetrots op z'n nieuwe kompaan. "Het is schitterend om zo'n enthousiste beschermer in de groep te hebben". Dis hoopt natuurlijk op meer helpers van dit kaliber. Na het overlijden van groot natuurliefhebber Jan van Gestel, die altijd bij Michiel over de vloer kwam, kreeg Michiel een natuurerfenis van Jan. Deze bestond uit allerlei gevonden voorwerpen uit het Diessens Broek. Michiel heeft de verzameling verder uitgebreid. De hele collectie wordt ten toon gesteld in zijn eigen museum aan huis. Naast uilenbeschermer, mag Michiel zichzelf dus ook al curator noemen van een natuurtentoostelling!

Steenuilen verhuizen niet zomaar van schoorsteen naar kast

In 2015 werd in Breugel een vrij broedgeval ontdekt. De steenuilen zaten in de schoorsteen van een woning. In het randje van de schoorsteen waren de uilen regelmatig zonnend te zien. De uilenwerkgroep hing een kast op het erf in een boom. Zou de uil willen verhuizen naar een kast?

Juni 2016 controleerde de werkgroep de kast. Niets te zien… Het is niet mogelijk om een kijkje te nemen in de schoorsteen, maar een oplettende buurman had die week jonge steenuilen uit zien vliegen. Het steenuiltje zat op de grond en kon nog niet goed vliegen. Buurman had het uiltje op een randje gezet een meter boven de grond, zodat de kat het beestje niet zou grijpen. Tijdens de kastcontrole sprak de buurman de uilenbeschermers aan en liet foto's zien van het jonkie. Dus zonder een uil te hebben gezien kon toch worden genoteerd dat er met zekerheid jonge steenuilen waren groot gebracht op de locatie.

 

Nieuwbouw voor kerkuilen in Deurne

Henk Cleutjens van VWG De Kulert uit Deurne attendeerde ons op een blog van een gastgever. 
Henk Kerkers is eigenaar van een kwekerij van “vergeten groenten”. De oude boerderij van de kwekerij werd gesloopt, maar er waren kerkuilen actief. Wat doe je dan? Henk Kerkers schrijft er het volgende over:

"Toen we in 2014 de boerderij aan de Breemortelweg kochten wisten we nog niet veel over de kerkuil. Al snel werden we door onze buurman en de vogelwerkgroep de Kulert er op geattendeerd, dat er al jaren een kerkuil in de boerderij broedde. Vogelwerkgroep de Kulert houdt zich al meer dan 25 jaar bezig met allerlei activiteiten rond uilen. In samenwerking met het Brabants Landschap houden ze telgegevens bij en stellen ze uilenkasten beschikbaar. Zo weten we dat de kerkuil in 2013 op deze plek 5 eieren heeft gelegd, waarvan er vijf uitgekomen zijn en uiteindelijk 4 jonge kerkuilen zijn uitgevlogen.

Met de broedplaats van de kerkuil werd voor ons de boerderij de Breemortel nog bijzonderder. In samenwerking met de vogelwerkgroep zetten we ons dan ook in om voor de toekomst te zorgen voor een goede broedplaats voor de kerkuil. Voor de sloop hebben we het oude uilengat goed vastgelegd en hebben we de kerkuil elders op 't erf een tijdelijke broedgelegenheid gegeven. 

De herbouwde boerderij heeft een mooi uilengat gekregen en de uilenkast is terug opgehangen in de schuur. De kerkuil is voor ons een welkome gast, die in de groentetuin de muizen kan vangen.

Helaas heeft de kerkuil in 2016 de weg naar de nieuwe kast nog niet gevonden. Wij hopen dat dit nog wel zal gebeuren en dat er weer een aantal jongen groot worden gebracht."

Jonge kerkuilen die nog niet kunnen vliegen

Van de zomer kregen we diverse meldingen van gastgevers over jonge kerkuilen die buiten de kast en op de grond waren beland. Sommige pechvogels overleefden de ‘sprong’ niet, omdat ze niet in staat waren te vliegen en terug te keren. Dit kan gebeuren omdat jonge uilen – vaak gedreven door honger - elkaar verdringen bij het invlieggat. Per ongeluk wordt er dan eentje naar buiten geduwd. Bij aanhoudende hevige regenbuien is het voor kerkuilen met (grote) broedsels moeilijk om aan voldoende prooien te komen. Jagen met regen is sowieso lastig en kerkuilen doen het dan ook niet graag. Als er dan zes jongen zijn wordt het problematisch.

Gastgevers is geadviseerd om de jongen terug te zetten in de kast. Omdat de kans op herhaling reëel is kunnen de jongen – rond vier weken - eventueel ook tijdelijk in een open krat worden gezet. De krat moet dan wel donker en veilig op een zolder staan en in nabijheid van de nestkast. De oudervogels worden dan aangetrokken door het geblaas (bedelen) van de jongen en zullen toch worden gevoerd. In veel gevallen is het raadzaam om bij te voeren, eendagskuikens kunnen in of nabij de kast worden gelegd. Het vergroot de kans op overleven voor de verzwakte jongen aanzienlijk.

In sommige kasten hangt ook een erg sterke ammoniaklucht die wordt veroorzaakt in te natte kasten. Door een combinatie van verregende oudervogels, natte prooien en uitwerpselen op een braakballenlaag ontstaat een ondragelijke stank. De nestkast mag ook niet ‘overvol’ zijn waardoor de jongen te gemakkelijk in de pijp en uit de kast kunnen vallen. Bedenk ook dat dit elk jaar wel eens ergens gebeurt, maar dan meestal aan het einde van de broedtijd. Zo duwden de ‘vliegvlugge’ jongen elkaar eens uit de dakgoot van de kerk, twintig meter lager naar beneden. Kerkuilen zijn geen takkelingen en verlaten de kast pas na negen weken als ze al redelijk kunnen vliegen.

Op de foto is een jong van ongeveer 50 dagen oud te zien, ook buiten de kast geduwd. In week 8 en 9 maken ze hun eerste vliegoefeningen in de kast en even later er buiten.

 

Vogelvirussen

Er heersen wat virussen in vogelland. De vogelgriep was deze week in het nieuws. Deze griep treft vooral watervogels en zover bekend geen uilen. 

Van het Usutuvirus is wel bekend dat het sterfte kan veroorzaken bij zangvogels en uilen. Merels, huismussen en Laplanduilen zijn er gevoelig voor. Dit vogelvirus komt al geruime tijd voor in Europa en is dit jaar voor het eerst vastgesteld in Nederland. Sinds augustus zijn bij het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) meer dan 40 meldingen binnengekomen van sterfte onder merels. Deze verhoogde sterfte is met name waargenomen in enkele gebieden in Noord-Brabant, Gelderland en Limburg.

Vijf organisaties, DWHC, Erasmus MC, Sovon, Vogeltrekstation en VPDC, werken nauw samen om ongewone sterfte en de aanwezigheid van ziektes bij vogels snel in beeld te kunnen brengen. Om de verspreiding van dit virus goed te kunnen volgen, is het belangrijk zieke en dode wilde vogels te melden bij Sovon of DWHC
Op deze pagina staat meer informatie over o.a. welke dode dieren te melden voor onderzoek bij DWHC, en wanneer een dood dier wordt opgehaald en onderzocht.

De missie van het Dutch Wildlife Health Centre is het vermeerderen van de kennis over de gezondheid van wilde dieren en het bevorderen van een goed gebruik van deze kennis. Er wordt hierbij gelet op het beleid aangaande de volksgezondheid en de gezondheid van gedomesticeerde en in het wild levende dieren.

Ransuilen broeden weer in Brabant

De ransuilen hebben dit jaar goed gebroed in Brabant. Vorig jaar was er geen enkel broedgeval in het werkgebied van IVN Oisterwijk, nu waren het er maar liefst 5! Het inventariseren op jonge ransuilen was voor de uilenwerkgroep een feest met al die “piepende deuren”. Ze hebben hun hart op kunnen halen en het gemis van vorig jaar dubbel en dwars ingehaald.

Daarnaast kwamen er ook meldingen van broedgevallen via de verschillende werkgroepen binnen. Opvallend was daarbij dat er dit jaar ook meer meldingen kwamen van broedende ransuilen bij mensen in de achtertuin. Het is een vermoeden dat ransuilen steeds meer wegtrekken uit natuurgebieden en dat zij zich meer op gaan houden in de buurt van mensen. Door deze meldingen worden we hierin bevestigd.

Hoe gaat het met de ransuil in uw omgeving? Mocht u locaties van ransuilen weten, meld dit dan bij de uilenwerkgroep bij u in de buurt.

Roofvogels en uilen: niet voor de show

Het lijkt steeds populairder te worden om roofvogels en uilen ten toon te stellen. Onder het mom van educatie of omdat het gewoon leuk is om deze dieren van nabij te zien, worden deze dieren langere tijd aan grote stress blootgesteld. Denk hierbij aan de confrontatie met een grote mensenmassa, het langs lopen van honden en het vast zitten met een ketting aan een paaltje. Uilen in het wild zoeken de nabijheid van mensen en dieren niet op en mijden deze juist. Daarnaast zijn het nachtdieren die tijdens deze activiteiten langere tijd in het licht zitten en geen kant op kunnen.

Het publiek lijkt deze activiteiten acceptabel te vinden. Hierdoor worden er signalen afgegeven dat het normaal is en werkt dit uilen als huisdieren in de hand. Bijkomende problemen van deze tentoonstellingen is dat het de illegale roofvogel- en uilenhandel bevordert. Zo worden er op internet allerlei uilen en roofvogels te koop aangeboden. Ook worden er vogels uit het wild geroofd. En dan hebben we het nog niet over de problematiek van ontsnapte en bewust losgelaten exemplaren (denk bijvoorbeeld aan de “Terror-oehoe” en de “Knuffel-oehoe”). Helaas is het tentoonstellen van de vogels (met de juiste papieren) legaal, maar het staat haaks op de uilenbescherming.
Mensen vinden deze dieren prachtig om te zien en dat is het enige dat ze gemeen hebben met uilenbeschermers. Er wordt niet aan het welzijn van de dieren gedacht.

In een aflevering van het informatieve programma over uilen 'Braakballen', bezochten uilenbeschermer Anita van Dooren en cameraman Joost van den Berg uilen in gevangenschap op de markt op de Bossche Parade. 

Wat kan men hieraan doen? Mensen en organisatoren aanspreken op de schaduwzijde van dit steeds vaker voorkomend fenomeen. Daarnaast doen natuurbeschermingsorganisaties er alles aan om een lijst met vogelsoorten te krijgen die niet meer in gevangenschap gehouden mogen worden. 

KLIK HIER OM U AAN TE MELDEN OF KLIK HIER OM U AF TE MELDEN VOOR DEZE NIEUWSBRIEF
U KUNT DEZE NIEUWSBRIEF OOK ONLINE LEZEN INDIEN DEZE NIET GOED WORDT WEERGEGEVEN

Deze nieuwsbrief is mede tot stand gekomen dankzij:   Nationale Postcode Loterij     Provincie Noord Brabant